vrijdag 4 mei 2007

Een echt thuis voor Rizal en zijn maatjes

Vandaag hebben we te voet de stad verkend. Alles in Banda Atjeh is onder te verdelen in voor en na de tsunami. Overal zie je de sporen van vernieling en een gevoel van ongeloof overheerst bij ons. Elke dag krijgen we nieuwe beetjes informatie, het plaatje wordt steeds completer, maar helemaal begrijpen wat hier precies gebeurd is, zullen we nooit.

Vandaag reden we over een brug die na de tsunami lange tijd onbegaanbaar was, omdat hij vol lag met schepen uit de rivier. Onze chauffeur vertelde dat de aardbeving die aan de tsunami vooraf ging minutenlang aanhield. 'Wel vijf tot tien minuten. Mensen vluchtten de straat op, weg van de instortende gebouwen. En toen kwam het water.'

We reden langs de plek waar ooit de gevangenis had gestaan. 90 Procent van de gevangenen overleefden de ramp niet. Een van de gevangenen die het wel overleefde, een strijder voor een onafhankelijk Atjeh, is nu gouverneur van de provincie. Het enige goeds dat uit de tsunami is voortgekomen, is dat het een einde gemaakt heeft aan de politieke onrust in dit gebied.

Omdat het vrijdag is, lag het openbare leven tussen 12.00 en 14.00 uur plat. We zijn richting de Mesjid Raya Baitur Rahman moskee gewandeld. Onderweg dronken we wat bij een lokaal tentje. Een aparte belevenis wel. Een soort terrasje middenin de stad, vlakbij de brug over de brede rivier die de stad in noord en zuid verdeelt. Luie plastic stoeltjes waarin je iets achterover zakt. Kopi en the drinken.

Een oudere moskeeganger eet eerst nog even wat nasi met vis, voordat hij gaat bidden in de moskee om de hoek. Hij vraagt nota bene aan ons permissie om aan een tafeltje verder naast ons te mogen eten. Als dank offreert hij ons uitermate vriendelijk een banaan, en al zou je het willen; tegen een dergelijk aanbod zeg je in Atjeh geen ' nee' alleen uit beleefdheid. Weigeren staat gelijk aan een belediging. Als we klaar zijn en het terrasje gaat sluiten vanwege de biddag betalen we (7000 roepiah, nog geen 70 cent) aan de attente jonge serveerster met hoofddoek die een klein beetje Engels spreekt. Fooi wil ze niet aannemen. Bijzonder. De mensen zijn trouwens overal even vriendelijk tegen ons, vreemde westerlingen.

Vanmorgen was ook bijzonder. Pak Andry haalde ons op omdat wij voetbalshirts wilden kopen voor de weeskinderen in het weeshuis van Leon. Verdeeld over twee shops slaagden we erin om genoeg verschillende shirts met namen op de rug, ook nog eens in genoeg maten te pakken te krijgen: Ronaldinho, Beckham, Gilardinho, Saha, Ibrahimovic.

Vanavond gaan we de rakkers van het weeshuis ermee verrassen. Morgen is de grote dag: de opening van de tweede vleugel van het weeshuis. De jongens krijgen binnenkort gezelschap van 25 meisjes op die plek. Iedereen van het weeshuis is in rep en roer. De vrouw van de gouverneur komt, twee Indonesische tv-stations (een uit Jakarta en een uit Banda Atjeh), de radio en nog wat journalisten komen morgenochtend naar Lamhasan, waar om 10 uur de drie uur durende ceremonie begint. Een tent met spreekgestoelte staat al klaar, alles ziet er tiptop uit.

Rizal, de 16-jarige weesjongen in het huis die graag gitaar speelt en zingt, staat achter mij terwijl ik deze weblog schrijf. Hij verloor broertjes en zusjes en zijn ouders bij de tsunami, en was vorig jaar nog bijzonder gesloten. Een hele vriendelijke pientere jongeman die taalgevoelig blijkt en zelfs wat Nederlands kent: hoe gaat het met jou? En: wat ben je aan het doen? Ooit hoopt hij Leon in Nederland te bezoeken. ,,Maar daarna wil ik dan wel weer terug naar huis", voegt hij er in het Engels aan toe.

Beter kan Rizal niet verwoorden hoe belangrijk het weeshuis van de Stichting Weeshuis Atjeh voor de weeskinderen is.

Morgen meer.

Annerieke en Richard groeten jullie.

ps: kijk gerust eens op de website www.weeshuisatjeh.nl!

Geen opmerkingen: